Doorgaan naar hoofdcontent

Ruimtelijke ordening en de natuur

Ruimtelijke ordening en de natuur

Nog steeds krijgen we in Nederland een melig onderbuikgevoel als we, tijdens één van de vele deur-aan-deur collectes, worden aangesproken over de bedreigde diersoorten in Nederland. En we moeten toegeven dat in Nederland het aantal exemplaren Damherten, Kornhoenen, Velduilen en Vuursalamanders in Nederland kritisch laag is en met lokaal uitsterven worden bedreigd. Eigenlijk met tegenzin gooien we dan maar weer 2 eurootjes in de collectebus. Niet om van ons schuldgevoel af te komen, maar eerder om van die collectant af te zijn. Maar nu we van die collectant af zijn moeten we ons wel eens afvragen hoe het gesteld is met de bescherming van de bedreigde diersoorten in Nederland en welke wetgeving wij er op na houden.

Wet Natuurbescherming 2017

Sinds 1 januari 2017 is in Nederland de nieuwe Wet Natuurbescherming van kracht. Met de invoering van deze wetgeving vervangt de overheid drie oude wetten: De boswet (1961), de Flora- en Faunawet (1998) en de Natuurbeschermingswet (1998). Door deze drie oudere wetten op te nemen in de Wet Natuurbescherming heeft de overheid de wetgeving overzichtelijker en veel eenvoudiger gemaakt. Hiernaast biedt de wet meer handvatten voor het beschermen van de biodiversiteit in Nederland en reguleert het de wenselijke decentralisatie van de verantwoordelijkheden. Kunnen wij zonder meer hele natuurgebieden opofferen aan het maatschappelijke belang en kunnen wij zomaar van alles lozen via ons afvalwater?

Ruimtelijke ontwikkeling

Met nieuwe Wet Natuurbescherming is er, op het gebied van plannen en uitvoeren van projecten op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, eigenlijk niets wezenlijks veranderd. Echter door de decentralisatie van de verantwoordelijkheden kunnen lokale overheden nu meer zelfstandig handelen en beslissen. Deze zelfstandigheid kan het uitvoeren van ruimtelijke ontwikkelingsprojecten aanzienlijk kunnen bespoedigen. Hiermee hoopt de overheid vertragingen, zoals de actiegroep Das en Boom jarenlang de tracékeuze van de A73 heeft vertraagt, te voorkomen. De lokale overheden hebben onder de nieuwe wetgeving nu de mogelijkheid om inspraakprocedures lokaal te organiseren waardoor alle belanghebbenden direct hun invloed op het betreffende project kunnen doen gelden.

Bedreigde diersoorten

Ten opzichte van de oude wetgeving is op het gebied van soortenbescherming de verbodsbepalingen en de ontheffing toeslagen inhoudelijk wel gewijzigd zodat deze beter aansluiten op de Europese wetgeving. Waar men vroeger rekening moest houden met tal van besluiten en regelgevingen, heeft men onder de nieuwe wetgeving een sterk vereenvoudigd systeem dat veel beter hanteerbaar is.

Waterkwaliteit Nederland

In 2000 werd de Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht met als doelstelling om de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater te waarborgen. De doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water is vierdelig: Chemische doelstellingen, drinkwater doelstellingen, ecologische doelstellingen en de grondwaterrichtlijn. Door inspanningen van de waterschappen is de waterkwaliteit in Nederland de afgelopen jaren aanzienlijk verbeterd. Echter ten opzichte van de Europese doelstellingen, beschreven in de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), heeft Nederland nog een stevige inhaalslag te maken. Om deze inhaalslag te verwezenlijken is er vanuit het Gemeenschappelijk landbouwbeleid 20 miljoen Euro beschikbaar gesteld. De Nederlandse waterschappen stellen ook nog eens 20 miljoen Euro beschikbaar, waardoor het werkkapitaal 40 miljoen Euro zal bedragen. Een probleem is echter dat de financiële middelen vanuit Brussel naar Nederland moeten komen. De provincies, die verantwoordelijk zijn voor het binnenhalen van deze Europese fondsen, geven aan dat het beschikbaar krijgen van deze fondsen moeizaam verloopt. Volgens minister Cora van Nieuwenhuizen (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) zijn de Nederlandse wateren, ondanks de problemen rond de financiering van de Kaderrichtlijn Water, sinds decennia nog nooit zo schoon geweest. Hierbij geeft zij wel aan dat zij zich zorgen maakt over de belasting door meststoffen vanuit de agrarische sector.

Heldere wetgeving

Een groot voordeel van het vereenvoudigen van de regelgeving is dat de lokale overheden nu meer mogelijkheden hebben om met alle belanghebbenden te communiceren. De verschillende projecten, waarbij bijvoorbeeld natuurgebieden opgeofferd worden voor het maatschappelijke belang, zullen hierdoor meer gaan leven waardoor de besluitvorming aanzienlijk kan versnellen. Waar we vroeger te maken hadden met de trage ambtelijke molens in Den Haag, kunnen we nu profiteren van een doordachte en snelle lokale besluitvorming.

Natuurbescherming in Nederland

Nederland is een klein landje met een hoge bevolkingsdichtheid. Als gevolg hiervan moeten we uiterst kritisch omgaan met elk project waarbij we natuur ten koste van het maatschappelijk belang moeten opofferen. Aan de andere kant hebben lokale overheden meer zicht op zowel de ecologische als de maatschappelijke belangen. Onder de nieuwe wetgeving zijn de Gedeputeerde Staten (Provincies) verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen in verband met gebiedsbescherming. Ook zijn Gedeputeerde Staten verantwoordelijk voor het verlenen van ontheffingen van verbodsbepalingen op het gebied van soortenbescherming. Hiernaast draagt Gedeputeerde Staten ook de verantwoordelijkheid ten aanzien van de meldingsplicht en de herbeplantingsplicht ten aanzien van gevelde houtopstanden. Verder zijn gedeputeerde staten het bevoegd gezag met betrekking tot de meldingsplicht en de herbeplantingsplicht ten aanzien van gevelde houtopstanden.

Wat biedt natuurbeschermingswet

Een kleine veertig jaar geleden werden de procedures minder zorgvuldig gehanteerd waardoor er een snelle besluitvorming mogelijk was. Echter leidde deze snelle besluitvorming ook tot onherroepelijke schade aan onze natuur. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het internationaal vermaarde vogeleiland De Beer bij Pernis dat voor altijd is veranderd in een olieraffinaderij. Met de invoering van de Natuurbeschermingswet in 1998 werd het kader waarbinnen de procedures uitgevoerd moesten worden helder en duidelijk vastgelegd. Het gevolg was dat de procedures voor Ruimtelijke Ordening in Nederland zeer zorgvuldig uitgevoerd werden en dat de besluitvorming vaak lang op zich liet wachten. Aan de andere kant voorkomen zulke zorgvuldige Ruimtelijke Ordening procedures dat er onomkeerbare schade wordt aangericht aan onze natuur. Nog niet zo lang geleden waren er plannen om een snelwegtunnel door het Naardermeer aan te leggen. Wat zou daar gebeurd zijn als men onzorgvuldig was omgesprongen met deze procedures? Natuurlijk is het waar dat de aanleg van de Tweede Maasvlakte aanzienlijk werd vertraagd omdat de voorgeschreven natuurcompensatie niet was meegenomen in de procedure. Nog steeds is er een discussie over wie er werkelijk verantwoordelijk was voor deze vertragingen. Hoe het ook mag zijn, er ligt nu een prachtig nieuw duingebied tussen Hoek van Holland en Kijkduin, waarbij kustversterking en natuurcompensatie slim zijn gecombineerd.

Sinds de invoering van de nieuwe Wet Natuurbescherming aan het begin van 2017 zijn er veel positieve geluiden te horen onder alle belanghebbenden. In de praktijk blijkt dat lokale overheden sneller tot een besluit komen omdat zij beschikken over parate kennis van de factoren die meespelen en omdat zij direct of indirect betrokken zijn in de verschillende projecten. Het mag duidelijk zijn dat we hebben geleerd van onze historische fouten.

Kaderrichtlijn Water (KRW)

Ook de Kaderrichtlijn Water (KRW), waarover veel discussie is geweest, draagt tegenwoordig wezenlijk bij aan de ecologische waterkwaliteit. Bij deze richtlijn heeft Nederland zelf heeft bepaald hoe de Europese richtlijnen werden vertaald in de Nederlandse wetgeving. Deze richtlijn schrijft voor dat de Nederlandse wateren een goed leefgebied dienen te vormen voor de flora en fauna die hierin thuis hoort. Na jaren van discussie, omtrent de interpretatie van de Europese richtlijnen, hebben alle belanghebbende partijen nu een gezamenlijke plan van aanpak. Agrarische ondernemers, die hun activiteiten in of nabij Natura 2000 gebieden uitvoeren, leverden het meeste commentaar op de interpretatie van de Europese richtlijnen.

Een omgekeerde proces zagen we bij Natura 2000 waarbij de Europese Commissie de richtlijnen heeft opgesteld op basis van de Nederlandse aanpak van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Omdat de richtlijnen van Natura 2000 uitstekend pasten in de nationale EHS, waren extra investeringen nauwelijks vereist. Zo claimen zij het recht om in de toekomst toch meer ammoniak te mogen uitstoten.

Lokale politieke daadkracht

Omdat de Wet Natuurbescherming (2017) en de invoering van de Omgevingswet (2018) wil de overheid de regelgeving voor ruimtelijke projecten bundelen. Hierdoor wordt het in de toekomst nog eenvoudiger om ruimtelijke projecten zoals woningbouw op voormalige bedrijventerreinen of de bouw van een windmolenpark te starten. Bij het samenstellen van de Omgevingswet hanteerde de rijksoverheid een aantal uitgangspunten. Het afstemmen van de verschillende plannen voor ruimtelijke ordening, milieu en natuur, het stimuleren van duurzame projecten en het creëren van een ruimer kader waarbinnen gemeenten, provincies en waterschappen kunnen acteren. Doordat de lokale overheden de verantwoording dragen voor besluitvorming van projecten hebben zij de optimale mogelijkheid om de plannen af te stemmen op hun eigen behoeften en doelstellingen. Door de lokale betrokkenheid van alle belanghebbenden en de directe communicatie zal de besluitvorming voor ruimtelijke ordening redelijk snel verlopen.

Hans Middendorp is consultant Water, Strategie en Ruimtelijke ontwikkeling. Hans adviseert vooral waterschappen, provincies en gemeenten.

Reacties

Unknown zei…
Op http://www.debonnen.nl/ is bij het hoodstuk "gebiedsvisie" te lezen hoe een groene integrale gebiedsgerichte aanpak van de Bonnenpolders uiteindelijk slechts een afleidingsmanoeuvre bleek te zijn om snel(ler) de tweede ontsluitingsweg naar Hoek van Holland aan te leggen. De oplossing van de overige problemen in het gebied (waterhuishouding, aanleg EHS en perspectieven agrarische bedrijven) is slechts moeilijker geworden. De grootgrondbezitters blokkeren de verbetering van de waterhuishouding in de hoop dat bij een volgende situatie van extreme neerslag ook de laatste pachtboeren zullen omvallen.

Extra wrang is dat er reeds was geanticipeerd op nieuwe ruimtelijke en economische functies in de Bonnenpolder door verbreding en om te schakelen naar biologische landbouw terwijl inmiddels er vraagtekens worden geplaatst bij de beschikbare budgetten voor de verwerving van gronden voor ondermeer de EHS. Straks heeft jarenlang deze aanwijzing als "donkere wolk" boven onze polder gehangen en trekt de "bui" over. Wij hebben echter niet gedacht in bedreigingen, maar in kansen en met deze houding geparticipeerd in een integraal groen gebiedsontwikkelingsproces. Uiteindelijk gaat het hele plan niet door, zijn we als prooi uitgeleverd aan de vastgoedspeculanten en is er jarenlang voor niets vergaderd, gerekend en getekend. Het dossier Bonnenpolder laat zien hoe onverstandig het is je als partner van de overheid op te stellen en vertrouwen te hebben in het uitvoeren van besluiten door die overheid, in gemaakte afspraken, gedane toezeggingen, gewekte verwachtingen en uitgesproken intenties. Met het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen zijn het Zuid-Hollands Landschap, het Hoogheemraadschap van Delfland en de Stichting de Bonnen op het verkeerde been gezet c.q. misleid. De (deel)gemeente heeft als gebiedsregisseur haar doel bereikt, maar deze partijen zijn met lege handen achtergebleven. Met dit gedrag heeft men heel opportunistisch en slechts denkend aan het eigen belang de vastgoedspeculanten in de kaart gespeeld.
Helemaal mee eens Hans. De Bonnenpolder en de A4 zijn "goede" voorbeelden van hoe het goed mis is gegaan c.q. dreigt te gaan als je niet werklijk integraal een gebied aanpakt maar een of meer partijen alleen voor hun eigen ik-belangetje gaan en maling hebben aan het bredere belang van het gebied en andere doelgroepen in het gebied.

Met de LOG's dreigt hetzelfde te gebeuren en is dan ook veel verzet tegen in het land, vooral in GL, OV en NB speelt dat. Onder het mom van boeren die elders weg moeten voor de EHS elders een plaats bieden, ruiken concerns die het alleen om de centjes te doen is, hun kans om fabrieken met 10.000 of meer varkens aan te vragen. Bijv. in het landschappelijk idyllische buurtschapje Halle-Heide zit een succesvolle biologisch-dynamische multifunctionele boer, die recent de Ekoland Innovatieprijs 2010 heeft gewonnen. Blijkt dat ze bij hem om de hoek een LOG hebben gepland met een handvol nieuwvestigingen voor tienduizenden varkens. Dat is ook water naar de zee dragen zo. Zie http://www.plaatsengids.nl/buurtschap/halle/halle-heide Voor mij hoeft die bio-industrie niet maar als het niet tegen te houden is, doe dat dan op Moerdijk, of op de Maasvlakte en val landschappelijk waardevolle buurtschapjes daar niet mee lastig met overlast voor bewoners, landschap, wegen etc.

Maar wat je zegt: als men vooraf beter afstemt met alle belanghebbenden, scheelt het verderop een hoop "gezeur" en vertraging. Nu worden alsnog veel LOG-plannen afgezwakt. Veel streekbewoners zijn niet tegen de LOG's op zich maar wel tegen de massaliteit. Nu wil ook de varkenshoudersbond zelf in OV bijv. meer maar wel kleinere eenheden varkensboeren en meer bestaande locaties benutten ipv gelijk nieuwbouw. Maar die zijn daar volgens mij pas over gaan nadenken ná het maatschappelijk protest, om te kijken hoe e.e.a. acceptabeler kan worden gemaakt. Dat had ook gelijk vanaf het begin gekund...
Frank van den Hoven