Doorgaan naar hoofdcontent

Jaarlijks terugkerende besparingen in de waterketen zitten niet in de ondergrond?

Onder de noemer Bestuursakkoord Water (BAW 2011) hebben de verschillende overheden een mix van samenwerkingsafspraken vastgelegd. Doelstelling is om met deze afspraken een jaarlijkse bezuiniging in de (afval)waterketen te behalen van 750 miljoen Euro. Binnen het BAW 2011 wordt vooral ingestoken op meer technische efficiëntie door een betere coördinatie tussen de verschillende overheden. Hierbij is de nadruk vooral gelegd op de samenwerking tussen de gemeenten en de waterschappen. Echter de drinkwaterbedrijven nemen (voorlopig) nog geen deel aan het BAW 2011.Betere coördinatie

In de ondergrond is het, door de aanwezigheid van de vele kabels, leidingen (Gas en water) en rioleringen, een drukte van belang. Door een nauwere samenwerking tussen de eigenaren van deze diverse systemen is het mogelijk om uitstekende besparingen te behalen. Als uitbreiding van de dienstverlening kijken drinkwaterbedrijven al enige tijd naar de mogelijkheid om het beheer van de rioleringssystemen uit te voeren. Door de combinatie van het drinkwatersysteem en het beheer van de rioleringssystemen zien zij uitstekende mogelijkheden om besparingen te realiseren.

Op een recente bijeenkomst van het Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) werd de ‘drukte in de ondergrond’ uitvoering besproken (zie H2O 14/15, juli 2012). Het door een betere coördinatie optimaliseren van projectuitvoering bij het beheer en onderhoud van de verschillende leidingstelsels, stond hierbij centraal in de gevoerde discussie. Deze discussie is van groot belang omdat wij als BV Nederland hier ons voordeel mee kunnen doen.

Ondergrondse rolverdeling

Als illustratie werd de casus van drinkwaterbedrijf Oasen en de gemeente Gouda beschreven waarbij het vervangen van de drinkwaterleidingen van Oasen werd gecombineerd met het vervangen van de gemeentelijke gietijzeren riolering. Hierbij ontstond een discussie over de rolverdeling tussen de gemeente (Gouda), het drinkwaterbedrijf (Oasen) en het gas- en electriciteitsbedrijf (Stedin) enerzijds en het ontbreken van het waterschap bij deze rolverdeling. Men moet hierbij echter wel beseffen dat de waterschappen wel degelijk een groot belang hebben omdat veel (overtollig) grondwater via de riolering wordt ‘gedraineerd’.

Optimale samenwerking

Om het bedrijventerrein Vettenoord langs natuurlijk verval naar de naastgelegen polder te laten afwateren, wordt er op dit moment een lange duiker aangelegd door de gemeente Vlaardingen. Hierdoor ontstaat er bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) ruimte om wateroverlast op te vangen waardoor er voor de gemeente Vlaardingen vanuit de Basisinspanning Riolering geen noodzaak bestaat om extra bergbezinkbassins aan te leggen. Door het gebruik van een bergbezinkbassin wordt voorkomen dat de riolering haar onfrisse inhoud bij piekbuien gaat overstorten in het oppervlaktewater. De kosten voor de aanleg van een dergelijk bergbezinkbassin bedragen ongeveer 1 miljoen Euro. De gemeente Vlaardingen zal minstens twee bergbezinkbassins moeten aanleggen voor de afwatering van Vettenoord. Met de aanleg van een nieuwe duiker wordt dus een aanmerkelijke eenmalige besparing gerealiseerd op het investeringsbudget van de gemeente Vlaardingen. Deze besparing wordt behaald door het verschil in investering tussen de aanleg van twee bergbezinkbassins ten opzichte van de kosten van de aanleg van de duiker.

Gemeentelijke regie of uitbesteding>

De gemeente zal, als daadwerkelijke beheerder van de ondergrond, de regie moeten voeren op het beheer van deze ondergrond. Veel gemeenten maken al gebruik van een ‘kabels & leidingen overleg’ waarin wordt aangegeven waar, wanneer en welke straten worden opengebroken voor het uitvoeren van werkzaamheden. Het voordeel van dit overleg is dat de drinkwaterbedrijven, kabelbedrijven en andere nutsbedrijven hun planning hierop kunnen afstemmen. Hierbij kunnen, door goede afstemming, de verschillende aannemers achter elkaar terecht in dezelfde sleuf voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Elke partij blijft wel verantwoordelijk voor het uitvoeren van hun eigen projecten. Natuurlijk wordt door dit overleg aanzienlijk bespaard op de kosten en de overlast voor de omwonenden. Echter bij een werkelijk optimalisatie gaat het niet om het plannen van de werkzaamheden, maar om het behalen van besparingen door het creëren van een win-win situatie voor alle betrokken partijen. Het instellen van een gemeentelijk projectbureau voor de ondergrond, waardoor het beheer van de ondergrond integraal kan worden uitbesteed, is één van de besproken mogelijkheden. Hierdoor kan men stellen dat door een strakke coördinatie van de werkzaamheden in de ondergrond en het creëren van een win-win situatie voor alle partijen een uitgangspunt moet zijn.

Samenwerkingsverbanden

Bij de exploitatie van de zandgronden in Brabant en Overijssel treft men al goede voorbeelden van dergelijke samenwerkingsverbanden aan. Hierbij melden alle partijen de voorgenomen werkzaamheden aan de ondergrondse infrastructuur centraal aan waarna deze uiteindelijke gemeenschappelijk worden uitgevoerd. In het westen van Nederland zijn dit soort initiatieven eigenlijk zeer zeldzaam. Het beheer van de ondergrond in bijvoorbeeld de grote steden en de veenweidegebieden is natuurlijk veel dynamischer dan het beheer in zandgronden. Zo moet in het gemeentelijke gebied van Gouda de wegen en de straten regelmatig worden opgehoogd als tegenmaatregel tegen de bodemdaling in het veen. Door de druk van deze ophoging ontstaat er weer extra kans op het verzakken van kabels en leidingen. Vergeleken hierbij blijven leidingsystemen in zandgronden gemakkelijk 100 jaar op dezelfde plaats liggen.

Besparingen door het BAW 2011?

Zoals al eerder vermeld wil men met het BAW 2011 een blijvend jaarlijkse besparing behalen van 750 miljoen Euro in de (afval)waterketen. Eén van de bouwstenen hierin is het optimaliseren van projecten in de ondergrond. Hierbij kan men denken aan het vervangen van drinkwaterleidingen in combinatie met het vernieuwen van het rioolsysteem of het aanleggen van datakabels in combinatie met nieuwe elektriciteitskabels. Dit zijn directe besparingen die redelijk snel een eenvoudig behaald kunnen worden. De grote hamvraag is natuurlijk hoe we kunnen besparen op de exploitatiekosten van de verschillende ondergrondse systemen.

Hans Middendorp is consultant Water, Strategie en Ruimtelijke ontwikkeling. Hans adviseert vooral waterschappen, provincies en gemeenten.

Reacties