Doorgaan naar hoofdcontent

Bezuinigen en investeren in de afvalwaterketen

Bezuinigen en investeren in de afvalwaterketen

In het landelijk Bestuursakkoord Water (BAW) van 2011 hebben heeft de rijksoverheid, samen met de waterschappen, gemeenten en drinkwaterbedrijven, afgesproken dat zij jaarlijks 8 procent proberen te besparen op de kosten voor het beheer en onderhoud van de afvalwaterketen. De afvalwaterketen bestaat uit de gemeentelijke riolering en de waterzuiveringsinstallaties van de waterschappen. Ondanks dat iedere belanghebbende in de afvalwaterketen zich bewust is van de enorme opgave die de toekomst gaat brengen, ging iedereen akkoord met deze structurele kostenbesparingen. Vooral door het samenwerken van de diverse partijen in de waterzuiveringssector, het bundelen van zuiveringscapaciteiten en door reorganisatie van de werkzaamheden zou een belangrijke besparing op de kosten opleveren. Aan de ene kant streeft men naar een aanzienlijke kostenbesparing terwijl men aan de andere kant flink moet investeren om de kwaliteit van het oppervlaktewater en het drinkwater in de toekomst te garanderen. De waterschappen zijn altijd toonaangevend geweest als het gaat om duurzaamheid omdat zij zichzelf hoge ambities hebben gesteld op het gebied van ‘groene’ energieproductie, het terugwinnen van grondstoffen en het realiseren van besparingen.

Investeringen in de waterketen

Vooral door de invloed van de economische crisis een trend gaande waarin op alle vlakken flink bezuinigd werd. Echter in tegenstelling tot deze bezuinigingen is er in de afgelopen 15 jaar flink geïnvesteerd in de Nederlandse milieusector. Uit cijfers van het CBS blijkt dat in de periode 2000 tot 2016 de totaalinvesteringen waren gestegen van 2.2 miljard Euro naar 4.9 miljard Euro. De meeste investeringen, ter waarde van 1.7 miljard Euro (34.7 procent), werden gedaan in de afvalwaterketen. Het belangrijkste doel van deze investeringen is het garanderen en het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlaktewater en ons drinkwater. Een belangrijk deel van deze investering werden gedaan op bestaande en bewezen technologie terwijl een klein deel werd besteedt aan het integreren van innovatieve technologie.

Nieuwe investeringen

Begin 2017 publiceerden maakten de Waterschappen bekend dat zij de komende vier jaar, de 5 miljard Euro gaan investeren in het nationale watermanagement. Het grootste deel van deze investeringen zal besteedt worden aan onze waterveiligheid. Ruim 2 miljard wordt geïnvesteerd in de waterkeringen om Nederland tegen het wassende water te beschermen. Hiernaast zal in de periode 2016 tot en met 2019 nog eens 1.4 miljard Euro worden geïnvesteerd worden in de waterinfrastructuur zodat men ook in de toekomst de hoeveelheid en de kwaliteit van het oppervlaktewater beheersbaar kunnen houden. Tenslotte zullen de waterschappen in deze periode ook nog eens 1.3 miljard Euro investeren in de verschillende waterzuiveringsprojecten. De resterende 0.3 miljard Euro is gereserveerd voor operationele zaken zoals de huisvesting en de automatisering.

Integrale samenwerking

Het samenwerken in de afvalwaterketen gaat vooral om wederzijds vertrouwen, gedeelde belangen, wederzijdse verantwoordelijkheden en gedeeld zeggenschap. Het vreemde is hierbij dat de techniek eigenlijk een ondergeschoven kindje is bij het aangaan van een samenwerking. Onder druk van de rijksoverheid en de klimaatveranderingen is een integrale samenwerking tussen de waterschappen, gemeenten, provincies en andere belanghebbenden steeds belangrijker geworden. Een gezonde samenwerking biedt mogelijkheden tot het meer efficiënt uitvoeren van werkzaamheden, kostenbesparingen door toepassen van gedeelde technologie en bezuinigingen op operationele zaken. Echter zijn de meeste samenwerkingsvormen redelijk jong waardoor de gewenste doelstellingen voor kostenbesparing (nog) niet behaald worden. Het omzetten van intenties naar concrete besparingen kost tijd. In 2014 concludeerde de Unie van Waterschappen gaat de samenwerking in de afvalwaterketen de goed kant op. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen gaan er wel van uit dat de afgesproken besparingen van 450 miljoen Euro zoals vastgelegd in het Bestuursakkoord Water in 2020 worden behaald.

Visitatiecommissie

Speciaal voor dit doel heeft men een onafhankelijke Visitatiecommissie Waterketen in het leven geroepen die onderzoek doet naar de uitvoering en de resultaten van de samenwerkingsverbanden in de (afval)waterketen. Een negatief gevolg van deze visitatiecommissie is dat de politieke druk op de afvalwaterketen flink is toegenomen. Men moet concrete resultaten overleggen wat zou betekenen dat veel van de afgesloten intentieverklaringen op zeer kort termijn moeten worden omgezet in een concrete en kostenbesparende samenwerking. En zoals eerder vermeld, een samenwerking tussen vaak complexe overheidsinstanties kost tijd. Zo hebben gemeenten de eigenschap om het zeggenschap over hun openbare ruimte niet te willen delen, concentreren drinkwaterbedrijven zich vooral op de beschikbaarheid en de kwaliteit van het drinkwater, hebben waterschappen hun focus vooral op de zuivering van afvalwater gelegd en probeert de overheid vooral de verantwoordelijkheden te delegeren naar de decentrale overheden. Er moet nog een heleboel arbeid worden verzet voordat functionele samenwerking mogelijk is.

Korte termijn bezuinigingen

Dat het aangaan van een integrale samenwerkingen op korte termijn niet tot de gewenste besparingen zal leiden, is duidelijk. Echter zijn er wel een aantal andere factoren waarmee men op korte termijn kan bezuinigen. De meeste rioolstelsels in Nederland liggen al ruim 60 jaar in de grond. Gezien de leeftijd bestaan er genoeg vraagtekens over de kwaliteit en de betrouwbaarheid van deze oude rioolstelsels. Door een doordachte combinatie van systeembewaking en asset management kunnen de geplande investeringen in rioolvernieuwing worden uitgesteld. Andere bezuinigingen kunnen worden behaald door medewerking van andere sectoren. Als de medische en farmaceutische sector de restmedicijnen uit het afvalwater weet te houden, zal dit direct een kostenbesparing opleveren. Dit gaat natuurlijk ook op voor de chemische en agrarische industrie waarvan veel afvalstoffen in ons oppervlaktewater terecht komen. Hiermee kan men eigenlijk zeggen dat de bezuinigingen op de afvalwaterzuivering sterk afhankelijk is van de verantwoordelijkheid en de medewerking van de verschillende sectoren. De rijksoverheid zal er goed aan doen om een samenwerking tussen deze verschillende sectoren af te dwingen en niet alleen aan te sturen op maatregelen per bedrijfstak.

Toekomst en samenwerken

Parallel aan deze zaken moeten alle belanghebbenden keihard werken om de gewenste samenwerkingen in de afvalwaterketen tot stand te brengen. Door het hanteren van een concepten waarin de gedeelde doelstellingen worden vastgelegd bieden de beste kansen op een optimale samenwerking. Hierbij zal een externe adviseur, met een frisse en onbevooroordeelde kijk op zaken, een positieve invloed hebben op de onderlinge verhoudingen. Door het scheiden van belangen en het samenbrengen van verantwoordelijkheden kan deze adviseur een optimaal klimaat creëren waarin een gezonde en vruchtbare samenwerking mogelijk is. Hierbij gaat het vooral om de belangen en de verantwoordelijkheden van de waterschappen, drinkwaterbedrijven en de gemeenten. Als men hierbij dan ook een helder stappenplan met een gedetailleerde planning hanteert kan men de gehele scope van besparingen in de afvalwaterketen in beeld brengen. Alleen op deze manier houden alle partijen zelf de regie op het samenwerkingsproces.

Hans Middendorp is consultant Water, Strategie en Ruimtelijke ontwikkeling. Hans adviseert vooral waterschappen, provincies en gemeenten.

Reacties