Doorgaan naar hoofdcontent

Doorsteek Goeree biedt alternatief voor ontpoldering Hedwigepolder

Moet de Hedwigepolder ontpolderd worden?

Nog steeds haalt de Hedwigepolder regelmatig het nieuws. Met deze polder, die deels op het Belgische grondgebied ligt, is een deel van het Verdronken Land van Saeftinghe ingepolderd. Ter compensatie van het verlies aan natuur werd het plan opgevat om de dijken door te steken zodat de polder opnieuw deel zou gaan uitmaken van het Verdronken Land van Saeftinghe. Om dezelfde reden zou België het aangrenzende deel van de Prosperpolder deel laten gaan uitmaken van dit natuurgebied.

Als sinds de derde verdieping van de Westerschelde lopen de discussies over het teruggeven van de Hedwigepolder aan de natuur. Om een start te maken met de ontpoldering heeft het Rijk een procedure in gang gezet om de Hedwigepolder te onteigenen. Gery de Cloedt de eigenaar van de grond heeft deze onteigening met succes aangevochten bij de rechtbank van Middelburg. Al eerder waren er ongeveer tweeduizend bezwaarschriften tegen de ontpoldering van de Hedwigepolder ingediend. In september 2017 heeft de advocaat-generaal landeigenaar De Cloedt in het gelijk gesteld en geeft in een advies aan de Hoge Raad aan dat de procedure voor de onteigening Hedwigepolder opnieuw moet worden uitgevoerd.

Eerdere uitdiepingen van de Westerschelde

Tijdens het tweede project waarbij de Westerschelde werd uitgediept was ook al een omvangrijke natuurcompensatie afgesproken. Hierbij zou op veel plaatsen in Zeeuws-Vlaanderen waterrijke ‘deltanatuur’ worden aangelegd door het uitbaggeren van dichtgeslibde oude kreken en het doorsteken van dijken van de Hedwigepolder en een deel van de dijken van de Prosperpolder.

Een compensatieprogramma voor de natuur was ook onderdeel bij de derde verdieping van de Westerschelde. Hierbij zou België de kosten dragen voor de aanleg van een nieuw natuurgebied van ongeveer 600 hectare aan de Westerschelde (Natura 2000). De onderhandelingen tussen de overheden van Nederland en België verliepen hierin uiterst moeizaam. Toen uiteindelijk de natuurcompensatie bekend werd gemaakt, werd dit door de natuurbeweging gevierd als een overwinning. Echter door de eerdere perikelen tijdens de tweede verdieping van de Westerschelde, bleek het moeilijk om geschikte locaties voor de natuurcompensatie aan de Westerschelde te vinden.

Geen alternatieve locatie voor ontpoldering

De 300 hectare grote Hedwigepolder bleef bij de Nederlandse overheden bovenaan elk lijstje voor natuurcompensatie staan. Door ontpoldering van de Hedwigepolder kan men in één klap de helft van de afgesproken natuurcompensatie realiseren. Zowel de eigenaar van de polder en vele inwoners van Zeeuws-Vlaanderen gingen tekenden protest aan tegen dit plan. Vooral het feit dat er veel goede landbouwgrond verloren gaat is een belangrijke reden voor dit protest. Hiermee werd de overheid voor een groot probleem gesteld omdat er geen andere geschikte locatie voor natuurcompensatie in de nabijheid van de Westerschelde beschikbaar is. Is het aanleggen van 300 hectare Deltanatuur in de Grevelingen, als onderdeel van het realiseren van de ‘Doorsteek Goeree’ geen geschikt alternatief?

Herrijzen van de verdronken Hedwigepolder

Voordat de Nederlandse overheid het plan voor de Hedwigepolder bekend maakte, werd er onderzoek gedaan naar de gevolgen hiervan. Een bevinding in de Milieu Effect Rapportage (MER) gaf aan dat de ‘verdronken Hedwigepolder’ met ongeveer 1 cm per jaar zal opslibben. Echter een nieuw onderzoek van het ingenieursbureaus Tauw en Svasek Hydraulics toonde aan dat de ‘verdronken Hedwigepolder’ met minimaal 5 cm en maximaal 10 cm per jaar zal opslibben. Hierdoor zal het intergetijdengebied in de nabije toekomst verlanden tot een uitgestrekte drassige rietlanden. Dit in tegenstelling tot het uitgangspunt waarbij een intergetijdengebied met bijzondere natuurwaarden als natuurcompensatie aan de Westerschelde dient te zijn. Een tegendraadse visie op de natuurcompensatie in de zuidwestelijke delta.

De adviesgroep Huijgens & Van der Borm (HvdB) hebben landelijke bekendheid verworven met hun tegendraadse visie op het watermanagement in de delta van Zuidwest Nederland en van de grote rivieren. Deze adviesgroep heeft een frisse benadering, met pragmatisme en technisch advies, waarmee de ideale wereld voor waterbouwers gecreëerd wordt. De adviesgroep is een groot voorstander van om het beheer van de Zuidwestelijke delta van Lek, Maas, Waal en Schelde totaal anders aan te pakken. Onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Infrastructuur & Milieu hanteert Rijkswaterstaat een conservatieve benadering van het beheer van deze Delta. Vooral door de politieke prioriteiten zal Rijkswaterstaat genoodzaakt zijn om deze conservatieve benadering te blijven hanteren.

Maatschappelijk en Natuurlijk belang

In de recentelijke juridische procedure is gebleken dat de overheid wel degelijk rekening dient te houden met tegenstanders van de ontpoldering van de Hedwigepolder. Echter is er helaas nog steeds een groot verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Op het gebied van watermanagement hebben twee factoren een grote invloed: De natuurkrachten en de maatschappelijke krachten. Op het gebied van de natuurkrachten kunnen de betrokken ingenieurs een sluitend antwoord geven. Maar op het gebied van de maatschappelijke krachten, 77 procent van de Zeeuwen zijn tegen het ontpolderen, zijn de antwoorden een stuk moeilijker te vinden. Het is van groot belang dat men op het gebied van watermanagement zowel de maatschappelijke krachten als de natuurlijke krachten goed beoordeeld. Dit is een sterk punt in het plan van adviesgroep Huijgens & Van der Borm waarin verschillende elementen zijn opgenomen die als alternatief kunnen dienen voor het ontpoldering van de Hedwigepolder. Dit vooruitstrevende plan biedt de politiek de mogelijkheid om zonder gezichtsverlies van koers te veranderen zodat een grote groep belanghebbenden tegemoet kan worden getreden.

Afsluiten Nieuwe Waterweg onvermijdelijk

Een centraal onderdeel van het plan van de adviesgroep Huijgens & Van der Borm is de visie dat het afsluiten van de Nieuwe Waterweg onvermijdelijk is om de productie van drinkwater in de toekomst veilig te stellen. Vooral in perioden met lage rivierwaterstanden dreigt er nu al in Nederland een nijpend tekort aan zoetwater. Vooral onder druk van de klimaatveranderingen zal de zeespiegel stijgen en zullen lager waterstanden op onze rivieren regelmatiger voorkomen. Het afsluiten van de Nieuwe Waterweg door de aanleg van Zeesluizen is officieel pas voorzien na het jaar 2050. Echter omdat deze maatregel uiteindelijk noodzakelijk is, kan men beter zo snel mogelijk starten met de aanleg van deze zeesluizen. Bij Hoek van Holland stroomt ongeveer 1 miljoen liter zoetwater per seconde de Noordzee in waardoor het zoute water buitengaats wordt gehouden. Ter vergelijking: De maximale inlaat bij Lobith bedraagt 1.6 miljoen liter water per seconde. Zodra de aanvoer van zoetwater bij Lobith voor een langere tijd laag is, ontstaat er een tekort aan zoetwater voor bijvoorbeeld het IJsselmeer, het Groene Hart van Holland en de Biesbosch.

Een tweede belangrijke factor uit het plan van adviesgroep Huijgens & Van der Borm is het creëren van natuurlijke riviermonding. Via het Holland Diep en een ‘doorsteek’ van Goeree-Overflakkee naar de Grevelingen kan het rivierwater via de Oosterschelde naar de zee stromen. Hierdoor wordt de druk van de afvoer van het rivierwater via de Nieuwe Waterweg weggenomen en kunnen de toekomstige zeesluizen optimaal hun werk doen. Door aanleg van deze ‘doorsteek’ wordt Goeree weer een eiland en ontstaat er een geleidelijker zoutgradiënt waardoor de vismigratie wordt gestimuleerd. Een ander positief punt is dat het de kostbare aanpassingen voor de zoetwatervoorziening op Goeree en het Kierbesluit voor het Haringvliet overbodig worden. Door het herstel van de afvoer van het rivierwater via de Oosterschelde zal ook leiden tot een meer natuurlijke dynamiek in de stromingspatronen.

Alternatief voor ontpoldering Hedwigepolder

Zoals altijd zal het aanleggen van een ‘doorsteek’ op Goeree-Overflakkee gepaard gaan met een aanzienlijk verlies van landbouwgrond. Echter biedt dit plan ook een uitstekende mogelijkheid ter compensatie. Door de noodzakelijke aanleg scheidingsdam in de Grevelingen ontstaat er in de driehoek tussen Goeree en de scheidingsdam een flink areaal dat mogelijkheden biedt voor inpoldering. De potentiële inpolderingslocatie kan men aanwenden als compensatie voor de landbouwgrond die op Goeree-Overflakkee verloren gaat.

Tegelijkertijd biedt de nieuwe inpolderingslocatie in de Grevelingen ook een ideale mogelijkheid voor de natuurcompensatie in de Westerschelde. Hierbij kan voorgesteld worden om het verlies aan landbouwgrond op Goeree-Overflakkee te compenseren door de Hedwigepolder niet te ontpolderen. Hierbij kan men tevens langs de ‘doorsteek’ en in de nieuwe inpolderingslocatie ruimte zoeken voor de compensatie van 300 hectare Deltanatuur. Zeker als de ‘verdronken Hedwigepolder’ geen waardevolle Scheldenatuur oplevert, kan men toch ook gebruik maken van andere locaties voor de natuurcompensatie. Hierbij heeft men de optimale gelegenheid om het betreffende natuurgebied op afstand van de bewoonde wereld en de havengebieden aan te leggen.

Politiek compromis

Vooral in het deltagebied van de Westerschelde hebben we te maken met de mening van en de afspraken tussen de overheden van Nederland en België. Hierbij is het van belang dat de Belgen akkoord gaan met het aanwenden van de compensatiegelden voor de aanleg van natuurgebieden elders in de Grevelingen. Hierbij kunnen beide landen optimaal profiteren van de mogelijkheden: Een win-win situatie! Concreet betekent dit echter dat minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Milieu) de plannen voor de aanleg van zeesluizen in de Nieuwe Waterweg ook wettelijk moet vastleggen. Dit besluit zal ruimte bieden aan de aanleg van de zeesluizen in de Nieuwe Waterweg en de Doorsteek Goeree-Overflakkee en de daarbij behorende natuur- en landbouw-compensatie. Het initiëren van een dergelijk mega-project op het gebied van watermanagement als antwoord op de veranderende klimaatomstandigheden, zal ook wereldwijd de aandacht trekken. Hiermee kunnen weer eens te meer aantonen dat de Nederlanders de watermanagers bij uitstek zijn!

Hans Middendorp is consultant Water, Strategie en Ruimtelijke ontwikkeling. Hans adviseert vooral waterschappen, provincies en gemeenten.

Reacties