Doorgaan naar hoofdcontent

Urgente aanpak exoten in Nederland noodzakelijk

Urgente aanpak exoten in Nederland noodzakelijk

Er worden in Nederland steeds vaker nieuwe soorten dieren en planten aangetroffen langs de waterkant. Sommige exoten zijn onschuldig, maar andere exoten veroorzaken overlast door het verstoppen van watergangen of het ondergraven van dijken. De kerntaak van de waterschappen is het waterbeheer van alle sloten en vaarten plus de zorg voor de dijken en andere waterkeringen. Niet alleen het technische beheer valt hieronder, maar ook het beheer van de flora en fauna langs onze waterwegen en dijken. Door de veranderende klimaatomstandigheden komen er steeds opnieuw nieuwe soorten naar Nederland. En door ons streven naar schoon water en een natuurlijker wateromgeving hebben we - onbedoeld - ook te maken met een toename van overlastgevende planten en dieren met een negatieve invloed op het watermanagement.

Waterschappen hebben overlast van nieuwe soorten dieren en planten

Sommige nieuwe soorten zoals de bever, het rode rivierkreeftje, de waternavel en de cabomba veroorzaken grote problemen. De bever en het rode rivierkreeftje ondergraven de dijken en de snelgroeiende waternavel en cabomba verstoppen de sloten, waardoor de doorstroming en de afvoer van water wordt geblokkeerd. Meestal ontstaat er na verloop van tijd een nieuw biologisch evenwicht waardoor exoten minder mogelijkheden hebben om overlast te veroorzaken. Een goed voorbeeld van de dynamiek van nieuwe soorten is de komst van de driehoeksmossel, nu zo’n tweehonderd jaar geleden, die volledig is ingeburgerd in Nederland. Echter sinds ca. 20 jaar verspreidt de quaggamossel, het gestreepte neefje van de driehoeksmossel, zich explosief in Nederland. In Amsterdam is de stadsecoloog blij met de quagga, omdat die het water in de grachten helder maakt. Echter, in de Great Lakes op de grens tussen de VS en Canada was de Quagga zo effectief in het leeg filteren van het water, dat er voor vissen nauwelijks iets te eten overbleef. En uiteindelijk ook niet voor de quagga, waardoor er nu een nieuw natuurlijk evenwicht aan het ontstaan is. Het probleem is dat wij bij veel nieuwe soorten niet 200 jaar willen wachten totdat er een nieuw natuurlijk biologisch evenwicht is ontstaan. De quagga verspreidt zich nu snel en verandert de leefomgeving onderwater, waardoor inheemse soorten die we juist willen beschermen, het moeilijker krijgen. Meeuwen en reigers leren maar langzaam hoe ze de gepantserde rode kreeftjes moeten eten. En bij bevers ontstaat er zeker geen nieuw evenwicht zolang zijn enige natuurlijke vijand, de wolf, niet definitief is teruggekeerd in Nederland. Voor woekerende waterplanten is het wachten op bijvoorbeeld een natuurlijke schimmel die de planten aantast.

De bever: een exoot of een oude bekende?

En wat is nu precies een exoot? Is het niet veel beter om te spreken van ‘overlastgevende soorten’? Neem nou de bever, is die inheems of nieuw? In 1826 werd op de IJssel bij Zalk de laatste Nederlandse bever afgeschoten. Na ruim 150 jaar afwezigheid zijn er rond 1990 42 bevers uitgezet in de Biesbosch. Officieel zijn de bevers geen exoten. Maar in de praktijk zijn het wel nieuwkomers. Bovendien is de bever beslist een overlastgevende diersoort, die zich de laatste jaren snel verspreidt en lokaal veel schade kan veroorzaken door zijn graverij. Op donderdag 29 december 2016 voer een binnenvaartschip dwars door het stuw in de Maas bij Grave. Hierdoor kwam het waterpeil in de Maas extreem laag te staan en was scheepsvaart op deze rivier een lange tijd niet mogelijk. Voor de waterschappen was dit een kans om de dijken langs de Maas goed te controleren. Bij inspectie werden er onder de waterlijn acht enorme bevergaten aangetroffen. Bevers worden ongeveer een meter lang en wegen dan circa 30 kg. Bevergaten zijn ca. 50 cm breed. Per hol graven bevers 4-5 kuub grond uit, dus dan kun je je wel voorstellen hoe groot het beverhol is dat onder de dijk ligt.

Exoten: Europese wet- en regelgeving verder uitgebreid

De EU-exotenverordening uit 2014 reguleert het bezit, de handel, de kweek en het transport van een aantal schadelijke exotische planten en dieren. Onlangs werd deze lijst met exoten weer verder uitgebreid. Alle lidstaten zijn verplicht om uiterlijk in 2018 per soort een nationaal bestrijdingsplan op te stellen. Echter, door per soort een bestrijdingsplan op te stellen, wordt de samenhang van de ecologie in een gebied makkelijk uit het oog verloren. Immers, niet alle soorten komen overal voor en bovendien schept de aan- of afwezigheid van de ene soort juist weer kansen voor een andere soort. Het ligt dan toch meer voor de hand om integraal per gebied de bestrijding van de verschillende overlastgevende dieren en planten op te pakken?

Integraal exotenbeheer: uitdaging voor provincies en waterschappen

In Nederland zijn de provincies verantwoordelijk voor het bestrijden van exoten. De provincies staan voor de gigantische uitdaging om van al die talloze losstaande bestrijdingsplannen één integrale aanpak te maken, die per locatie ook weer kan verschillen. Daarom is het van groot belang dat de waterschappen nauw samenwerken met de provincies, zodat beleid en uitvoeringspraktijk nauw op elkaar worden afgestemd. Het integrale beheer van overlastgevende soorten moet vooral gericht zijn op het beperken van schade. Want veel exoten kunnen allang niet meer worden uitgeroeid. Maar de provincies hebben geen mensen in het veld om de kostbare en ingrijpende bestrijdingsplannen daadwerkelijk uit te voeren. De waterschappen houden zich al druk bezig met de bestrijding van de beverrat en de muskusrat. Wekelijks inspecteren de muskusrattenvangers duizenden kilometers watergang. Maar andere overlastgevende soorten zoals de bever, de rode rivierkreeftjes en waterplanten zoals de waternavel en cabomba vragen ook dringend om aandacht. Het is dan toch effectiever om de muskusrattenvangers breder in te zetten? Al was het maar om aanwezigheid van overlastgevers te melden, zodat het waterschap actie kan ondernemen. Het uitbreiden van het takenpakket van muskusratbestrijding tot integraal overlast beheer gaat natuurlijk niet vanzelf. Zo’n ingrijpende uitbreiding van het takenpakket vraagt om een aanzienlijke investering in geld, tijd en mankracht. Gezien het gezamenlijke belang van de provincies en de waterschappen moet hiervoor een oplossing gevonden kunnen worden. Vind je dit onderwerp interessant? Klik dan hier voor de longread!

Hans Middendorp is consultant Water, Strategie en Ruimtelijke ontwikkeling. Hans adviseert vooral waterschappen, provincies en gemeenten.

Reacties

Unknown zei…
Geachte heer Middendorp, wat is uw visie m.b.t. de Rode Amerikaanse Rivierkreeft? Wat gebeurd er met deze beestjes als zij gevangen zijn door de muskusrattenvangers? Destructie? Terwijl je ze aan de andere kant zelfs importeert uit Azië. Dat zou echt zonde van het geld zijn.
Daarnaast is het inderdaad niet realistisch om te denken dat de Uitheemse Rivierkreeft uitgeroeid kan worden.

Het lijkt mij beter als beroepsvissers hier (meer) werk van gaan maken. Wellicht in combinatie met uitzet van roofvis zoals Snoek en Baars. Hiermee wordt nieuwe aanwas afgeremd en worden de oudere exemplaren weggevangen. Hopelijk krijg je de populaties dan op een beheersbaar niveau. Deze aanpak kost de belastingbetaler niets.

Zelf ben ik als startende beroepsvisser bezig met het verkrijgen van visrechten bij o.a. waterschap Rijnland maar krijg geen enkele medewerking. Terwijl dit het waterschap nog wat oplevert ook. Daarbij heb ik specifiek om de rechten op schaal en schelpdieren gevraagd. Ik wil mij hiermee afzijdig houden van de discussie rond de palingstand.

Hoeveel extra (belasting)geld en menskracht is er nodig denkt u? Zelf denk ik heel erg veel geld! Houd dit geld op zak en gun het de beroepsvissers!
Beste Ruud Tas,

Dit schreef ik in augustus 2016: ,,De nieuwe EU-regels tegen het verspreiden van exoten zoals waternavel, beverrat en rode rivierkreeft zijn op zich verstandig", zegt Hans Middendorp, vice-voorzitter van de Algemene Waterschapspartij en visserijbioloog. ,,Maar er zijn al zo véél rode kreeftjes in Nederland Waterland, dat we in ons land de natuurschade alleen nog kunnen beperken door zoveel mogelijk kreeftjes weg te vangen. Bovendien zijn de kreeftjes een kans voor de beroepsvisserij nu de paling steeds zeldzamer wordt."

http://www.algemenewaterschapspartij.nl/nieuws/beroepsvissers-vang-meer-rivierkreeftjesen-minder-paling