Doorgaan naar hoofdcontent

Invoering nieuwe Omgevingswet

De nieuwe Omgevingswet

Met de invoering van de Omgevingswet, die vermoedelijk pas op 1 januari 2021 wordt ingevoerd, wil de overheid de regelgeving voor ruimtelijke ontwikkeling aanzienlijk vereenvoudigen door bestaande regelgeving samen te voegen of zelfs geheel af te schaffen. Op basis van de voorstellen van minister Melanie Schultz (Ministerie Infrastructuur en Milieu 2010-2017) heeft het kabinet ingestemd met vier ontwerpbesluiten die invulling moeten geven aan de Omgevingswet. Hierbij moeten de vier besluiten, besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, Besluit kwaliteit leefomgeving en het Omgevingsbesluit, de 60 bestaande besluiten vervangen.

Doelstellingen nieuwe omgevingswet

Met het invoeren van de Omgevingswet heeft het Rijk drie doelstellingen voor ogen. Zo kunnen verschillende plannen voor ruimtelijke ordening, milieu en natuur beter op elkaar worden afgestemd. Daarnaast creƫert de overheid meer ruimte gemeenten, provincies en waterschappen zodat zij het omgevingsbeleid kunnen afstemmen op de lokale behoeften en wensen. Verder wil de overheid met de nieuwe Omgevingswet optimale mogelijkheden scheppen voor duurzame projecten zoals windmolenparken, waterkrachtcentrales en zonneparken.

Vertraging invoering Omgevingswet

Aanvankelijk was het de bedoeling dat deze Omgevingswet per 1 januari 2018 zou worden ingevoerd. Echter door noodzakelijke complexe juridische aanpassingen met betrekking tot ministeriƫle regelingen en de Aanvullingswetten grond en natuur, loopt de invoering van de Omgevingswet minimaal drie jaar vertraging op. Gezien de complexe juridische structuren, het nauwe kader met betrekking tot de Omgevingswet en de daaraan verbonden ingewikkelde en tijdrovende procedures, kwam het uitstel in politiek Den Haag niet geheel onverwacht. Vooral de duur van de advies- en toetsprocedures en de vorming van een nieuwe Eerste Kamer in 2019 zijn de oorzaken van de opgelopen vertragingen. Provincies, gemeenten en andere belanghebbende organisaties steunen het besluit om de invoering van de Omgevingswet uit te stellen tot 2021. Zo hecht de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) meer waarde aan zorgvuldigheid dan aan snelheid. Ook Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) is van mening dat de zorgvuldigheid voorrang moet krijgen omdat het voortbestaan van de gehele agrarische sector van deze nieuwe Omgevingswet afhangt.

Complexe onderneming

Ondanks dat de nieuwe Omgevingswet door politiek Den Haag wordt beschreven als eenvoudig en overzichtelijk, is de implementatie van deze nieuwe wetgeving een complexe operatie. Vooral de lokale- en regionale-overheden en de uitvoerende organisaties hebben tijd nodig om op de gevolgen van deze stelselherziening in te spelen. De Omgevingswet heeft een grote impact op de methode waarop deze organisaties samen werken. Deze veranderingstrajecten zullen veel tijd en overleg in beslag nemen voordat er een uiteindelijk afstemming tussen de verschillende belanghebbende organisaties kan plaatsvinden. De trajecten waarbij inwoners, ondernemers en belangenorganisaties zijn betrokken, zullen waarschijnlijk zelf om meer tijd en overleg vragen.

De waterschappen en de Omgevingswet

Ook de Unie van Waterschappen steunt het besluit van het kabinet om de invoering van de Omgevingswet uit te stellen tot 2021. Vooral het feit dat waterschappen vaak te maken hebben met complexe besluitvorming op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, vraagt om een zorgvuldige wetgeving. Al geruime tijd zijn de waterschappen bezig met het implementatieproces waarvoor zij veel middelen (financieel en operationeel) hebben vrijgemaakt. In nauwe samenwerking met andere partners is men al druk bezig om de noodzakelijke aanpassingen vorm te geven. Hierbij ligt veel nadruk op het inzichtelijk maken van de gevolgen van de Omgevingswet voor de waterschappen. Zo voorziet deze nieuwe wetgeving in een omgevingsvergunning voor watergerelateerde activiteiten die zelfstandige bevoegdheden aan de waterschappen geven. Deze zelfstandigheid vereist een grote verantwoordelijkheid en een goede kennis van zaken. Hiernaast hebben de waterschappen afspraken gemaakt omtrent de integratie van de huidige Waterwet in de Omgevingswet.

Cultuuromslag waterschappen

Niet alleen op het gebied van bevoegdheden en verantwoordelijkheden heeft de Omgevingswet een impact. De Omgevingswet bevat ook een aantal componenten die betrekking hebben op de cultuur en de werkmethodiek van de waterschappen. Vooral het feit dat de waterschappen zich al jaren bedienen van een vertrouwde en bewezen werkwijze, zal deze waterschappen voor een enorme opgave stellen om die gewenste cultuur- en gedragsverandering te bewerkstelligen. Het feit dat men de praktische wijzigingen die door de omgevingswet worden opgelegd niet als erg ingrijpend worden gezien, draagt waarschijnlijk bij aan de wat onverschillige houding binnen de waterschappen. Op uitvoerend gebied hebben de waterschappen altijd het voortouw genomen als het gaat om de samenwerking met andere (overheids)organisaties. Het delen van verantwoordelijkheden en creƫren van gedeelde zeggenschap heeft hier altijd centraal gestaan.

Natuurlijk kunnen we een dergelijke conclusie snel trekken, maar eigenlijk geldt dit voor elke overheidsinstelling die te maken heeft met een complexe wetgeving waarin ruimte voor eigen initiatief tot een minimum beperkt is. De waterschappen werken keihard om aan de gestelde eisen die door de klimaatverandering worden opgelegd te voldoen. De afgelopen jaren hebben zij een enorme professionalisering beleeft terwijl aan de andere kant de eisen en de wensen van de maatschappij alleen maar veeleisender zijn geworden. Vooral het feit dat bepaalde verantwoordelijkheden en zeggenschappen gedeeld worden met andere overheidsinstanties, maken het moeilijk om werkprocessen snel aan te passen. Aan de andere kan zijn de waterschappen ook mede-verantwoordelijk voor een aantal schitterende en vooruitstrevende prestaties die Nederland als innovatieve waterbeheerder op de wereldkaart hebben gezet. Denk hierbij maar eens aan de Zuiderzeewerken, het Deltaplan, de zeer hoge kwaliteit van waterzuivering en het feit dat wij in Nederland nog steeds droge voeten hebben. Het is duidelijk dat binnen de waterschappen de bedrijfscultuur al van een reactieve naar een proactieve houding is verschoven. De waterschappen hebben de taak om Nederland waterveilig te houden: Eigenlijk de strijd van David tegen Goliath!

Met de invoering van de Omgevingswet in 2021 hebben de waterschappen meer handvatten om die strijd tegen het water nog beter aan te gaan. Er ontstaat meer bewegingsruimte voor het uitvoeren van (innovatieve) projecten, men kan sneller acteren op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling en men kan meer verantwoordelijkheden aan. Voor de burger is de invoering van de nieuwe omgevingswet ook een enorme stap vooruit. Zo zal men niet bij verschillende overheidsloketten aan moeten kloppen als men een tuinhuisje wil bouwen, kunnen bedrijven meer op de medewerking van de overheidsinstanties rekenen waardoor projecten sneller kunnen worden opgestart en verdwalen burgers en bedrijven niet meer in het web van de complexe regelgeving op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. De invoering van de nieuwe Omgevingswet in 2021 zal een zegen zijn voor de overheid, de inwoners en de bedrijven.

Hans Middendorp is consultant Water, Strategie en Ruimtelijke ontwikkeling. Hans adviseert vooral waterschappen, provincies en gemeenten.

Reacties